Net heb ik VSV uitgelezen. VSV is het nieuwe boek van Leon de Winter. Ik ben overwegend positief over het boek. Het gaat over een terroristische actie in Amsterdam waarbij op een typische Leon de Winter (ingenieus dus) manier alle hoofdpersonen en verhaallijnen bij elkaar komen. Allerlei toevalligheden brengen de hoofdpersonen met elkaar in verband. Ondanks de hoge toevalsfactor blijft het boek geloofwaardig en erg spannend.
Het is geschreven in de ik-vorm en elk hoofdstuk is een vertelling uit het perspectief van één van de hoofdpersonen. Naast een aantal onbekenden, neemt ook een aantal bekende Nederlanders als Theo van Gogh, Job Cohen, Geert Wilders en Piet Hein Donner het woord. Dit komt de geloofwaardigheid van het boek ten goede. Leon de Winter zelve heeft ook een belangrijke rol.
Het sterke aan het boek is dat de Winter allerlei ingewikkelde verhaallijnen tot één vloeiend geheel weet te formeren en de spanning tot een mooi hoogtepunt brengt. Het thema is actueel en komt soms angstwekkend dichtbij.
Er zijn ook voldoende minpunten.
De hoofdstukken waarin Nathan, een elfjarige jongen, de verteller is, zijn slap geschreven. De winter heeft veel fantasie anders kan je een dergelijk boek niet verzinnen. Maar de Winter heeft geen kinderfantasie. Hij heeft duidelijk niet de gave zich in te leven in de gedachtewereld van een elfjarige.
De overleden Theo van Gogh neemt vanuit de hemel ook bepaalde hoofdstukken voor zijn rekening. Deze zijn ook weinig overtuigend en eigenlijk een beetje flauw. Omdat van Gogh dood is heeft hij geen lichaam meer. Telkens wordt er benadrukt dat hij geen lichaam heeft maar “als het ware” bepaalde lichamelijke activiteiten toch kan uitvoeren.
Zoals gezegd neemt de Winter zelf ook deel aan het verhaal. Af en toe is het tenenkrommend om te lezen hoe hij zichzelf beschrijft als erudiete, intelligente man die er met het lekkerste wijf van het boek vandoor gaat. De schrijver toont gelukkig enige zelfspot door zijn heldenstatus te relativeren door zijn vadsige lichaamsbouw niet te ontkennen.
Uiteraard koketteert de Winter ook in dit boek weer met zijn Jood-zijn, zoals hij dat in bijna al zijn boeken doet. Daarnaast ontbreekt er elke vorm van humor in VSV maar dat zal ook met het genre te maken hebben en met het serieuze karakter van de schrijver.
Boeken van de Winter zullen van mij nooit hoger dan een 4 (out of 5) kijgen omdat ik niet erg van zijn stijl hou. Het is allemaal net iets te pretentieus en humor is ver te zoeken.
Op een schaal van één tot en met vijf geef ik VSV een 3.
3/5
update Jeroen Vullings, die ik hoog heb zitten als recensent, deelt mijn mening in VN terwijl andere recensies